Leer de G1000 NXi bedienen (2)


Heb je het vorige deel gemist? Kijk dan nog even hier of maak opnieuw kennis met de bedieningsknoppen en functies van de NXi in de 30 minuten durende onderstaande video.

In dit 2e deel van Leer de G1000 NXi bedienen, kijken we daarna naar hoe je een vliegplan opzet in de G1000 NXi.

Garmin G1000 NXi Knoppen en functies door FLYOVER MEDIA (1)

In de 2e video gaan we -met de opgedane kennis uit video-1 een vliegplan maken in de NXi. Ook deze video van FLYOVER MEDIA duurt ~ 30 minuten. Een goed bestede tijd als je bedenkt dat de G1000 NXi in een groot aantal aircraft van MSFS is opgenomen.

Garmin G1000 NXi Het maken van een vluchtplan door FLYOVER MEDIA (2)

Onthouden: boven FL180 krijg je geen victor airways

Het vluchtplan begint op LDSP via SIRMI (WP) – M725 (VA) – RUDIK (WP) – LDZA

In de video krijg je een uitleg hoe je met Navigraph Charts of met Little Navmap deze route kan bepalen.

ROUTE FINDER

De vlucht die in de video wordt besproken, maken we deze keer met Route Finder (Free): van LDSP (Split) naar LDZA (Zagreb)

Het enig wat je moet doen is de airport van vertrek en aankomst ingeven plus je vlieghoogte, voor deze vlucht FL 120.

ACTIVE FLIGHT PLAN

Breng achtereenvolgens in:

Departure: LDSP met RWY23 en Destination: LDZA met RWY 04

Waypoint: SIRMI | Airway: M725 (Kies Menu – Load Airways)

Waypoint: RUDIK is het einde van de airway

Departure: SIRM2E-23-SIRMI | Arrival in: LDZA-RUDI6A-04-RUDIK

Approach: ILSY04-PIS+ BARO=550 | De APP niet activeren maar laden.

De Decision Altitude op kaart 11-1 van Navigraph geeft aan dat de Minimums (BARO) 553 feet is.

De altitude constrains bij ZA42 komt op 6000 ft en bij RUDIK op 9000 ft
Zie Navigraph 10-2J

Je zal gemerkt hebben dat er een “gat” zit in het vluchtplan tussen ZDA42 en SIRMI.

Open zodra je bij ZDA42 bent het FPL en scroll naar SIRMI. Druk vervolgens op DCT en bevestig.

Garmin G1000 NXi Het vluchtplan LDSP/23 SIRM2E SIRMI M725 RUDIK RUDI6A LDZA/04 door FLYOVER MEDIA (3)

Alles goed? Dan gaan we de volgende week een Holding inbrengen in deze route in de G1000 NXi

CREDITS voor de gebruikte video’s: FLYOVER MEDIA

Leer vliegen met de Cessna 208 B Grand Caravan EX – G 1000 NXi


Leer vliegen met C 208 B Grand Caravan EX
Leer de G1000 NXi bedienen (Deel 1)

Testvlucht

Nadat je de onderstaande video hebt bekeken, gaan we deze vlucht navliegen. Je start de sim en in WORLDMAP zet je de gekozen Cessna C208B in de status Cold & Dark aan een ramp van airport 5R4 (Foley Muni). Je gebruikt de in-sim Checklist voor het opstarten. Je vertrekt van RWY18 naar KGPT (Gulfport Miss), een trip van ongeveer 30 minuten. Je vliegt op een hoogte van 4500 ft.

Voor een beter begrip van de werking van de C208B is het aan te bevelen de achtergrond informatie te lezen.


het Programmeren van de g1000 nxi

  1. Druk linksonder de RANGE knop op DIRECTTO (D->).
  2. Klik op het keyboard symbool aan onder City; wit = uit; blauw = aan.
  3. Type op het toetsenbord KGPT, de ICAO-code van Destination.
  4. Zet het keyboard uit (toont wit), anders werkt de ENT knop niet.
    (Dit is afhankelijk van de ingestelde waarde in General Options/Accessibility/User Interface/Cockpit Interaction System/;
    Zet deze op LEGACY en niet op LOCK).
  5. Druk rechtsonder in de MFD op de ENT-er-knop.
  6. Druk nogmaals ENT, om de knipperende ACTIVATE te bevestigen, dan …
  7. Stel op het MCP-Panel met ALT-SEL het cruiselevel in op 4500 ft.
  8. Druk op FLC en stel met het DN/UP-wheel een stijgsnelheid in van 110 kts.
  9. Reminder: HEADING is de richting waarin het vliegtuig is gericht, terwijl TRACK de werkelijke richting is waarin het vliegtuig over de grond volgt. BEARING is de hoek tussen twee willekeurige punten, terwijl COURSE uw beoogde reisroute naar uw bestemming is.

We gaan een visual landing doen op RWY32 van KGPT met behulp van de VNAV functie. Instellingen in de G1000:

  1. Druk op de PROC-knop en Select Approach knippert; druk op ENT.
  2. Draai met de grote of kleine FMS-knop naar VISUAL 32 en geef ENT;
  3. Ga in het volgende venster met de FMS-knop naar STRAIGHT en geef ENT;
  4. Draai met de FMS-knop naar ACTIVATE (deze gaat dan knipperen) en geef ENT;
  5. Geef (bij OK) nogmaals ENT en je krijgt het Active Flight plan te zien.

Top of descent – TOD | rate of descent

Wanneer zet je de daling in?
Huidige altitude 4500 feet minus de final altitude/elevation 1200 feet = 3300 feet. 3300 feet ÷ 1,000 = 3,3 Dan 7 x 3,3 = 24:
Bij 24 nm teruggerekend vanaf TOD zet je de daling in.

Rate of Descent (ROD): Groundspeed (TAS) x 5 (Bijv.: 5 x 150 geeft descent rate 750 ft/min.

Active flight plan

  • De Flight plan-pagina toont dat we de Final Approach beginnen op een hoogte van 1176 ft en eindigen op een FAF (Final Approach Fix) van 383 ft. (Deze waarden rond je naar boven af op hele 100-tallen)
  • Manage vanaf de start tot de landing de SPEED en let goed op de ‘engine limits’ (FT-LB, ITT, NG %RPM).
  • Ga niet boven de 1900 toeren (blauwe markering)
  • Druk op FPL om in de G1000 de vluchtplanning te zien.
  • We gaan op pad!

De vlucht

  1. Na opstijgen vlieg je eerst op de hand een ‘right heading’ richting de route en boven de 500 ft vlieg je met AP (on) door op HDG269.
  2. Net voordat je de route kruist, kies je NAV en volg je op GPS-koers die getoond wordt op de MFD.
  3. De daling. Zie hierboven hoe je die berekent en waar je de daling inzet.
  4. Vanaf TOD (Top of Descent) begint het glijpad tot 383 ft.
  5. Draai deze ALT in en wacht op het TOD.
  6. Activeer de daling door op de VNV-knop van de AP te drukken.
    Merk op dat “VPTH” in wit in het FMA-panel verschijnt van de PFD.
  7. Kijk regelmatig op de MFD en PFD wat er gebeurt. Wanneer het flight path is ‘gevonden’, knippert VPTH in het groen.
  8. Manage de daalsnelheid met FLC en het DN/UP-wheel.
  9. Als je op ~ 400 ft bent gedaald, zet je de AP uit en land je op de hand; manage power en flaps niet vergeten.
  10. Ging er iets mis? Gewoon nog een keer …

ACHTERGROND INFORMATIE

MOD msfs2020-C208-Improvment-Mod.v2212.2_2cSdM

Motor- en vluchtmodel MODIFICATIES met de mod

  • Verschillende waarden zijn gecorrigeerd volgens het Pilot Operating Handbook (POH).
  • De achterwaartse stuwkracht wordt versterkt en heeft een merkbaar effect op het vliegtuig.
  • Een 4 minuten overbelasting van de motor (in bedrijf boven maximale koppellimiet) veroorzaakt het CAS-bericht over metaalschilfers in de olie en verhoogt de kans op motorstoring.
  • De gemiddelde tijd van een motorstoring, na het verschijnen van metaalschilfers, is 100 minuten.
  • Elke seconde dat de motor boven de koppellimiet wordt gehouden, vermindert de verwachte motorstoringstijd met 8 seconden.
  • De gebeurtenis is willekeurig; het is dus mogelijk dat je geen motorstoring ervaart als je voorzichtig met het gaspedaal omgaat.
  • Als de motor overbelast blijft, neemt de kans op motorstoring toe.
  • Je kunt motorstoringen in-/uitschakelen in de MSFS-assistentie-opties.

Het verschil tussen Piston en Turboprop motoren

VERBETERD GEDRAG VAN DE C208B met de mod

  • Er is meer controle tijdens het taxiën en een kleinere draaicirkel.
  • De gashendel is verbeterd en kan in twee standen werken:
    • Normale modus – waarbij de as van de controller de gashendel van de stationaire stand naar vol vermogen beweegt. Het is de standaardmodus die is ingesteld tijdens de eerste belasting van het vliegtuig.
    • Expertmodus – waarbij de as van de controller het mogelijk maakt om de gashendel van volledig achteruit via stationair naar vol vermogen in te stellen. De stationaire stand bevindt zich in het midden en er is een klein aantal dode zones geïmplementeerd waardoor de gashendel in de stationaire stand blijft voor een klein bereik van controller-invoer. Dat helpt om zonder al te veel moeite de ruststand in te stellen.
      [FSE: bij de Airbus Sidestick is dat schakelaar 17]
    • Je kunt de modus van de gashendel wijzigen door een knop (als toggle) toe te wijzen aan de gebeurtenis THROTTLE REVERSE THRUST TOGGLE. De door het gaspedaal geselecteerde modus van het gaspedaal wordt tussen vluchten onthouden.
  • De noodstroomhendel is vereenvoudigd geïmplementeerd. Bij gebruik heft deze hendel alle gasinstellingen op. Normaal gas geven heeft geen effect totdat de noodstroomhendel weer in de normale stand staat.

Systemen & AVIONICS

  • De MOD werkt met de stock G1000 en ook met de Working Title G1000 NXi Avionics
  • CAS-aankondigingen [collision avoidance system], systeempagina, verbeterde motoruitlezingen, brandstofindicatie werden toegevoegd;
  • De cruise-koppel-bug verdwijnt niet meer voor RPMS iets boven 1900;
  • Avionics Omkeermodus is ingeschakeld;
  • Extra spraakwaarschuwingen;
  • Autopilot en instrument-reparaties;
  • Yaw-demper werkt;
  • Nauwkeuriger opstarten;
  • Alle paneelpotentiometers werken;
  • Verbeterde verlichting en texturen;
  • Enkele niet-werkende schakelaars toegevoegd.

Elektrisch systeem

Het elektrische systeem van Cessna is aangepast om de echte vliegtuigconfiguratie weer te geven. De accu is aangesloten op een altijd warme accu-bus. De Master Battery Switch koppelt de batterij-bus los van de hoofdvoeding-distributie-bus van het vliegtuig. Interieurverlichting in de cabine is rechtstreeks aangesloten op de batterij-bus en wordt onafhankelijk van de stand van de hoofdbatterijschakelaar gevoed. Een piloot kan de cabineverlichting aandoen en er moet voldoende omgevingslicht in de cockpit zijn om zonder zaklamp te kunnen werken.

Cessna is uitgerust met een gecombineerde startgeneratorunit. De unit werkt in startmodus als de motor onder 46% Ng is en in generatormodus voor Ng boven 46%. De generator is via een schakelaar verbonden met de stroomdistributie-bus van het vliegtuig. Met de GEN-schakelaar kan de schakelaar van de generator worden losgekoppeld als dit vereist wordt door een noodprocedure of om de werking van de stand-by-dynamo tijdens de aanloop te controleren.

Met de opstartschakelaar kan de opstartprocedure van de motor worden gestart. De startschakelaar werkt alleen als de motor lager is dan 46% Ng; als de motor boven de 46% werkt, heeft de startschakelaar geen interactie met vliegtuigsystemen. Door de schakelaar in de startpositie te zetten, worden de motorontstekers van stroom voorzien, wordt de generatoraannemer losgekoppeld en wordt de motorstarter van stroom voorzien. De starter wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de motor 46% Ng bereikt. Na het bereiken van een stabiele werking van de motor kan de piloot de startschakelaar in de uit-stand zetten. Dit schakelt het ontstekingssysteem uit en verbindt de generatoraannemer.

De starter is een van de meest veeleisende onderdelen van het vliegtuig. De batterij levert het vermogen om de motor te starten in de meest realistische scenario’s. De door de starter getrokken stroom is afhankelijk van de buitentemperatuur. Bij temperaturen onder de -20C verbruikt de starter 3500 Watt terwijl boven de 20C het verbruik daalt tot 2500 W. De minimale spanning die nodig is om de starter te laten werken is 24V.

De MOD verbetert de batterij-, generator- en stand-by dynamo-stroomindicaties op PFD/MFD. Een negatieve waarde van de batterijstroom geeft aan dat de batterij aan het ontladen is. Een positieve batterijstroom betekent dat de batterij wordt opgeladen. De laadstroom is afhankelijk van de capaciteit van de accu. De aangegeven laadstroom neemt af tot nul wanneer de accu zijn volle capaciteit bereikt. Omwille van de eenvoud is de oplaadtijd echter niet voldoende en is deze meestal veel korter.

Alle knoppen die worden gebruikt om de lichtintensiteit te regelen, hebben ook invloed op het lichtstroomverbruik. Hoe zwakker het licht, hoe minder stroom er van de batterij of generatoren wordt afgenomen.

Anti-ijssysteem Alfastatus – testen vereist

Anti Ice systeem is uitgebreid. De Cessna simuleert het bestaan van het op vloeistof gebaseerde anti-ijssysteem dat over een vliegtuiglichaam wordt verdeeld om ijsvorming te voorkomen of te minimaliseren.

De tank voor anti-ijsvloeistof kan 20,8 gallon vloeistof bevatten en het niveau kan worden gecontroleerd op PFD/MFD onder andere motorparameters

Het anti-ijssysteem kan in de normale, hoge en maximale anti-ijsmodus worden gezet, waardoor de hoeveelheid anti-ijsvloeistofdistributie geleidelijk toeneemt. Met de eerste schakelaar kan het systeem in de normale of hoge modus worden gezet. Max flow kan worden ingeschakeld door een veer-belaste momentschakelaar. Deze werkt 120 seconden en daarna keert het systeem terug naar de normale of hoge modus. Evenzo maakt de voorruit-schakelaar het mogelijk om anti-ijsvloeistof op de voorruit te verdelen. Anders dan in een echt vliegtuig werkt het anti-ijssysteem van de voorruit 120 seconden lang wanneer het anti-ijssysteem wordt geactiveerd.

In de normale en hoge anti-ijsmodus werken de anti-ijsvloeistofpompen in cycli van 10 seconden aan, gevolgd door 10 seconden uit. Bij hoge ijsvorming heeft het plaatsen van het anti-ijssysteem geen invloed op het vliegtuig. Het is om de noodzaak te simuleren om de ijsvorming naar de hoge modus te schakelen. Het gebied met hoge ijsvormingscondities is hieronder in de grafiek weergegeven als grijs gebied. In de Max flow-modus verbruikt het systeem continu de meeste anti-ijsvloeistof per minuut.

In geval van een storing in het primaire systeem, maakt de back-upschakelaar het gebruik van een back-uppomp mogelijk. Als de back-upschakelaar is ingeschakeld, hebben de twee primaire anti-ijsschakelaars geen invloed op het vliegtuig. Het systeem werkt in de hoge modus met de extra verdeling van vloeistof op de voorruit. Vanwege de beperking van de simulator kan het anti-ijssysteem niet alleen op elektrische stroom werken. Het anti-ijssysteem werkt alleen als de motor draait.

Bij hoge ijsvorming kan de blokkeersensor onbruikbaar worden als hij niet wordt verwarmd. Na 5 minuten ijsophoping stopt de blokkeersensor geruisloos met werken of wordt permanent geactiveerd. De manier waarop het faalt is elke keer willekeurig. Na een storing is de enige manier van herstel het inschakelen van de stall sensor heater. Het smelten van het ijs gebeurt niet onmiddellijk, het duurt 60 – 120 seconden voordat de blokkeersensor weer operationeel wordt, afhankelijk van de hoeveelheid ijs die zich op de sensor heeft opgehoopt.

Bekende problemen en beperkingen (per 230210)

  • Anti-ijsvloeistof wordt pas bij aanvang van de nieuwe vlucht bijgevuld;
  • Als de Garmin-schermen donker zijn, gebruik je de Avionics draaiknop om de helderheid te verhogen;
  • Compatibiliteit
    • Gebaseerd op Sim-versie 1.29.30.0 (SU11)
    • Gebruikers wordt aangeraden om de MOD samen met Working Title’s G1000 NXi te gebruiken. De WT G1000NXi is een default voorziening in de sim; zie hiervoor Marketplace.
    • De MOD 2212.2 is geheel niet getest met VR. De compatibiliteit met VR is daarom onbekend.
    • Bij gebruik van een andere mod, de Black Square C208B Analog Mod, hoor je continu BRANDALARM. Om het probleem te omzeilen, verwijder je het bestand:
      C208B-mod\SimObjects\Airplanes\Asobo_208B_GRAND_CARAVAN_EX\sound\C208B Fire Alarm.wav
  • Niet getest met andere mods die de C 208 B Grand Caravan EX wijzigen;

Mission completed?

Huiswerk voor de volgende ronde … Bekijk deze tutorial en maak eerst kennis met de bediening van de G1000 NXi. De volgende aflevering behandelen wij het maken van een vluchtplan in de G1000 NXi van de Cessna 208 B Grand Caravan EX.

Garmin G1000 NXi Knoppen en functies door FLYOVER MEDIA