

Wanneer de ATC Client wordt geopend, zie je de 3 menubalken: (van boven naar beneden):
(1) De TITLE BAR: (dit is de bovenste regel)
– begint met met International Virtual Aviation Organisation
– ATC Client: Aurora 1.1.75b (de geïnstalleerde versie van de Aurora Client),
– gevolgd door het Callsign: EHEH_TWR of het laatst gebruikte profiel in het geval dat je niet online bent.

Wanneer deze 2e regel niet wordt getoond, zet je de rechtermuis op de klok (11:41:36) en kies je uit de pop-up PREF BAR.
PREFAB BAR – INSET

Met deze knop, indien ingeschakeld (BOLD), kunt u tot 8 nieuwe radarvensters openen, dus bijvoorbeeld wanneer u een groot gebied bestuurt, met meerdere luchthavens, kunt u een INSET openen en inzoomen op elke luchthaven.
INSET Sneltoetsen
INSET Aan en uitzetten met (CTRL + I)
Je kunt sneltoets Ctrl + 1 tot en met 8 gebruiken om tot 8 verschillende radarvensters te openen.
TRAFFIC:

Met deze knop, indien ingeschakeld (BOLD), kun je werken met labels van vliegtuigen, HALO-radius, afstandsringen en vliegtuigsnelheidsvectoren.
L + = Verplaatst het vliegtuiglabel weg van het vliegtuig.
L- = Verplaatst het vliegtuiglabel naar het vliegtuig.
Je kunt ook de vliegtuig labels verplaatsen met de “muiswielknop”. (???)
H+ = Increase HLAO
H- = Decrease HALO
R+ = Add Ring (max. 6)
R- = Remove Ring
0
1
2
3
4
8
GTR
TRAFFIC Sneltoetsen
TRAFFIC: (CTRL + T)
[afbeeldingen toevoegen]
PREFAB BAR – GEO

GEO (CTRL + G)
Met deze knop, indien ingeschakeld (BOLD), kun je informatie over het sectorbestand (inhoud van het radarscherm) zoals luchthavens, startbanen, gebouwen, enz. weergeven of verbergen.
CST = | Show or Hide Coast Line (Key Shortcut: ctrl + shift + C) |
AP = | Show or Hide Airport data (Key Shortcut: ctrl + A) |
RWY = | Show or Hide Runways |
RWC = | Show or Hide Runway Centerlines |
GTS = | Show or Hide Gates (Key Shortcut: ctrl + shift + D) |
TXL = | Show or Hide Taxiway labels |
TXI = | Show or Hide Taxiways |
TXC = | Show or Hide Taxiway Centerlines |
STP = | Show or Hide Stop lines |
APR = | Show or Hide Aprons |
PIER = | Show or Hide Piers |
BLD = | Show or Hide Buildings |
DA = | Show or Hide Danger Areas (Key Shortcut: alt + Q) |
PA = S | how or Hide Prohibited Areas (Key Shortcut: alt + W) |
RA = | Show or Hide Restricted Areas (Key Shortcut: alt + E) |
DEFA = |
PREFAB BAR – NAV (CTRL + N)

Met deze knop, indien ingeschakeld (VET), kun je informatie weergeven of verbergen van het sectorbestand (dus op inhoud van het radarscherm) met betrekking tot navigatie, zoals VOR’s, FIX’s, frequenties, luchtwegen, enz.
VOR = VOR’s weergeven, verbergen of beheren (sneltoets: ctrl + Q).
Als je op de shift-toets drukt en op de VOR-knop drukt, wordt een lijst met alle beschikbare VOR’s weergegeven, alwaar je deze kunt in- of uitschakelen door op het “oog” -pictogram te klikken. Je kan ook alles in- of uitschakelen door op de knoppen onderaan het venster te drukken.
VOR = | VOR’s weergeven, verbergen of beheren (sneltoets: ctrl + Q) |
NDB = | |
FIX = | |
FRQ = | |
VFR = | |
VFRR = | |
MRV = | Toon of verberg de minimale hoogtes voor radarvectoring (sneltoets: ctrl + M). |
ARTCC = | toon of verberg ARTCC |
HS = | Toon of verberg hoge sectoren |
LS = | Toon of verberg lage sectoren |
H = | Toon of verberg High Airways (sneltoets: ctrl + H). L = Lage luchtwegen tonen of verbergen (sneltoets: ctrl + L). |
ATC = | ATC online weergeven of verbergen (sneltoets: alt + A). |
N = | Toon of verberg labels voor alle objecten (sneltoets: ctrl + S). |
RR = | Bereikringen weergeven of verbergen (sneltoets: ctrl + R). |
T = | Vectoring Ts tonen of verbergen (sneltoets: ctrl + T). |
MA = | Toon NAVAID-labels alleen in het gebied van de muis (Sneltoets: ctrl + X). |
CLR = | Clear Routes / SIDs / STARs |
VERA = | lees dit artikel |
QDM= | lees dit artikel |

OPTIONS BAR – CONNECT
Verbinding maken met de lokale FSE-Server
- Start Aurora als administrator en kies CONNECT op de Menubalk
- Je krijgt het subscherm IVAO Network Connect
- Kies de ATC positie die je gaat innemen door in het dropdown menu van Callsign deze keuze te maken.
- De COM1 frequentie is gekoppeld aan deze ATC positie
- Vul je FSE-VID in en het Password
- Vul je Real Name in
- Zet Remember VID/Password aan (X) of uit ( )
- Zet Hide SUP/ADM rating uit ( )
- Zet Connect to Traing Server uit ( )
- Vul bij Server het lokale IP adres iin van de FSE-Server (192.168.2.22)
- Controleer Port 6809
- Zet bij Voice geen (X)
- Kies CANCEL om opnieuw te beginnen … anders kies CONNECT

- Na het aanmelden, verandert in de menubalk CONNECT in DISCONNECT.
- Op deze menubalk staat er een knipperend bericht in de COM-box.
- Kies COM en in de COM-box kies de geel knipperende tab MSG

LET OP: Aurora maakt geen TeamSpeak2 kanaal aan op de FSE-server. Aurora zorgt alleen voor het opstarten van TeamSpeak2 en het verbinden met de FSE-server. Het aanmaken van het benodigde TeamSpeak2 kanaal (in dit voorbeeld EHEH_TWR) wordt handmatig in TeamSpeak2 Client gedaan.
OVER ATC POSITIES
- ATC posities: er zijn 5 posities die je kan innemen als ATC-er. Dit zijn Delivery, Ground, Tower, Control, Approach.
De aanduiding in Aurora en Teamspeak2 zijn de ICAO-code van de airport plus een underscore, gevolgd door een van de 5 ATC-posities: DEL-GND-TWR-CTR-APP. ( Voorbeeld EHEH_DEL ) - Callsign: zie de ledenlijst voor jouw persoonlijke IFR-callsign
- FSE-Server: LAN IP-adres 192.168.2.22
- FSE-VID: zie de ledenlijst voor jouw persoonlijke VID en password
OPTIONS BAR – ATIS
Iedere ATC positie heeft zijn eigen “ATIS” informatie. Het is dus van belang dat het ATIS scherm goed wordt ingevuld. In dit voorbeeld zie je de METAR string die opgehaald is van de server.

ATIS Active | Vink dit aan om uw ATIS in te schakelen. |
ATC Position | Vul hier de naam in van de door jou bezette ATC positie; in dit voorbeeld EHEH_TWR |
TMA ATIS | Wanneer deze optie is ingeschakeld (X), wordt er GEEN vliegveld informatie (banen in gebruik) weergegeven in de ATIS. |
METAR Station | Selecteer hier welk station word gebruikt voor METAR informatie. Dit word tegelijk het standaard weerstation waarvan de METAR in de linkerbovenhoek van het PVD (Pan View Display) word weergegeven. |
Takeoff | Vul hier de actieve baan/ banen in voor vertrek (departure). |
Landing | Vul hier de actieve baan/ banen in voor landing (arrival). |
Transition Level | Vul hier de geldende Transition Level in. |
Transition Altitude | Vul hier de geldende Transition Altitude in. |
Remarks | Eventueel relevante opmerkingen kunt u hier ingeven. |
CANCEL | Kies CANCEL wanneer er niet verzonden wordt naar de server. |
SEND | Verzend de informatie naar de server. Je ziet direct op het Main Radar Screen de wijzigingen in de vorm van de identificatieletter van de ATIS (Alpha, Bravo, Charly, enz.). |
OPTIONS BAR – COM-box
Bovenaan het scherm van de COM Box zie je maximaal 8 tabbladen met benoemde kanalen. Het eerste tabblad is de primaire COM1 werkfrequentie. Deze frequentie werd eerder gegenereerd met het verbinden met de server (CONNECT)

COM: Je kan maximaal 2 andere COM frequenties aanmaken door in het invoerveld bijvoorbeeld //122.800 in te geven en te ENTER-en. Heb je als ATC-er dus DEL-GND en TWR te bemannen, dan kan je alle 3 de frequentievelden gebruiken. Je moet deze dan ook in TeamSPeak2-Client aanbrengen.
GUARD: naast de COM-frequentievelden is het veld GUARD. Dit is de noodfrequentie 121.500
ATC: dit kanaal geeft alle ATC berichten weer.
BROADCAST: is het volgende tabblad. Dit geeft al de ’broadcast’ berichten weer (berichten voor een grote groep personen).
MSG: Hier verschijnen alle SERVER gerelateerde berichten. Informatie als het opvragen van METARs, opvragen van communicatie frequenties en ATIS verzoeken worden hier ook in weergegeven. Is er een nieuw bericht, dan knippert de kleur van het tabblad met het nieuwe bericht. Door op het tabblad met het nieuwe bericht te klikken verandert de gele tekstkleur weer naar standaard.
PRIVATE: is een chat kanaal. Dit scherm ziet er anders uit dan de andere tabbladen. Aan de rechterkant is een lijst beschikbaar van degene die een private message heeft.
Handig:
CLEAR: Je kan met de rechtermuisknop een tabblad kiezen en deze functie kiezen om de inhoud te wissen.
Scherm vervagen: (opacity) Rechtsboven zie je een op de pop-up schermen COM-ATIS-TRAFFIC-AIRPORTS het bekende vierkantje om een pagina te maximaliseren. Links daarvan zie je (best moeilijk) een schuifknopje om de pop-up doorzichtig te maken.
OPTIONS BAR – AURORA ATC
Deze ATC lijst bevat het call-sign, frequentie, rating en volledige naam van de ATC posities. Deze lijst kan worden gefilterd door middel van de knoppen aan de ONDERZIJDE van dit scherm. Meerdere knop combinaties zijn mogelijk. In onze LAN sessie zie je dus alleen je eigen ATC-ers.

ATC (_) | Tussen haakjes wordt een aantal posities aangegeven |
Call | Position e.g. EHEH_TWR |
Freq | ATC Frequency |
R | Rating: AS1-AS2-AS3-ADC-APC |
Name | Real name |
C | Controlling |
T | In transfer list |
M | Open private message |
A | Request ATIS |
CC | Change Color |
ATC | Select ATC Type |
OBS | Select OBS Type |
CTR | Select CTR Type |
FSS | Select FSS Type |
DEL | Select DEL Type |
GND | Select GND Type |
TWR | Select TWR Type |
APP | Select APP Type |
OPTIONS BAR – AIRPORTS
Op basis van de informatie van het gekozen sectorbestand geeft dit venster de luchthavens weer. Het scherm is opgesplitst in twee kolommen, waarbij het venster aan de linkerkant de luchthavens weergeeft en aan de rechterkant een kolom met twee blokken:
Het bovenste blok geeft de runways weer van de aan de linkerzijde gekozen airports. Het onderste blok is een weergave van o.a. de SID en STARS
Wanneer er een airport is geselecteerd in de lijst, wordt de volledige METAR voor dat station (indien beschikbaar) weergegeven direct onder de titelbalk.
De gekozen opties worden als heldere witte tekst of icoon weergegeven.

Kolombeschrijving C-R-Z-V-M
|C| Als je meerdere luchthavens bestuurt, moet je die luchthaven eerst selecteren “als gecontroleerd” door op de trechter in de C-kolom te klikken.
|R| Je kunt het pictogram “gekruiste banen” (R) selecteren om het systeem automatisch de actieve baan te laten kiezen.
|Z|Het vergrootglaspictogram (Z) richt het hoofdradarscherm op die luchthaven.
|V| De V-kolom is om te schakelen tussen de VFR-waypoints voor die luchthaven.
|M|De M-kolom IS om te wisselen tussen de MRVA.
Kolombeschrijving van de blokken in de rechterkolom
|RWY| geeft baannummer aan
|CRS| geeft baanbaan aan (magnetisch)
|P| geeft advies over welke baan moet worden geselecteerd voor de actieve baan (automatisch geselecteerd door het systeem)
|D| is waar je de vertrekbanen instelt
|A|is om de aankomstbanen te selecteren.
|W|Set actuele ICAO-QNH-Rwy-wind/kts links boven in Master Radar Screen
============
|TRANS|Set transitions on/off
|HOLD|Set Holdings on/off
|IAP|Set Initial Approach on/of
|FAP|Set Final Approach on/off
|GA|Set Go around on/off
|STAR|Set STAR on/off
|SID|Set SID on/off
|AUTO|Filter afhankelijk van runway
=====
|ID|SID/STAR identificatie
|L|Set route labels aan/uit in Master Radar Screen
|R|Set Route aan/uit inMaster Radar Screen
==========
|FIND|In een lange lijst zoek je het eenvoudigst de ICAO
|CTRL NONE|Zet alle ICAO in de lijst op Uncontrolled
|CTRL FOUND|Zet de gekozen ICAO op Controlled
|GATES|Zoek de Gate (op het Main Screen) die door de Pilot wordt opgegeven
|HIDE UNCO|Verberg Uncontrolled Airports
==========

OPTIONS BAR – PROFILE
IN BEWERKING

PROFILE

Een PROFILE kan alleen geopend worden voordat je verbinding maakt met de server. Je krijgt met OPEN een aantal PROFILES te zien die eerder zijn aangemaakt.
Een PROFILE wordt geactiveerd door op het symbool te kiezen in de kolom OPEN

PVD-SECTOR-COLORS-SOUNDS

Het PVD menu geeft de gelegenheid om instellingen te doen in de aangegeven 4 secties.
Snelkoppelingen kunnen gebruikt worden voor:
F1 SECTOR
F5 COLORS
F6 SOUNDS
F7 SETTINGS << klik hier voor de Settings pagina
SECTOR
SECTOR Instellingen (F1)

Bij het eerste opstarten is er altijd minimaal 1 SECTOR-bestand dwingend aanwezig.
In ons voorbeeld hebben we de sector EHAA gedownload. Begin in ieder geval niet om de SECTOR-map vol te pompen met alle mogelijke sectoren, waar je waarschijnlijk niet gaat werken. Haal niet eerder een sector binnen dan nodig. ATC-vluchtvoorbereiding ….
Je kan op twee manieren een nieuwe sector ophalen en toevoegen aan je database in de map Sectorfiles. De eerste manier is scrollen totdat je deze tegenkomt, dan aanklikken en de download bevestigen.
Je kan ook tekstueel zoeken met behulp van het FIND veld met behulp van de eerste twee letters van de ICAO code.
Zet er even een haakje voor… dus (I voor Italy, anders krijg je alles waar de tekst string “i” in voorkomt.
Onthouden: niet alle landen waarvan sectorfiles beschikbaar zijn, komen voor in de lijst met een ICAO code.
Na het downloaden verschijnt de keuze van de sector links in de NAME list. Om de gekozen sector te activeren kies je het mapje aan het einde van die regel.

COLORS (F5)
COLORS: F5 opent de editor van het kleurschema. Daarmee kan je de kleuren aanpassen van de tabs NAV – TRAFFIC – GEO instellingen op het Main Radar Screen..
Vergeet niet om jouw instellingen te bewaren en ook om APPLY te kiezen om je wijzigingen direct door te voeren. Je kan verschillende kleurenschema’s maken die worden opgeslagen in de map ../ColorSchemes.



SOUNDS (F6)

Wanneer je de SOUND SETTINGS hebt geopend, zie je de beschikbare (Yes/No) teksten die je kan afspelen met het > of met (No) kan ‘muten’.
De SOUND bestanden staan logischerwijze dus in de map …/Sounds….
OPTIONS BAR – PVD-SETTINGS
IN BEWERKING

SETTINGS-RADAR
PSR Range (Horizontal) : | SSR Range (Horizontal) : |
PSR Range (Vertical TOP) : | SSR Range (Vertical TOP) : |
PSR Range (Vertical FLOOR) : | SSR Range (Vertical FLOOR) : |
Traffic refresh rate: | Traffic history dots |
Zoom speed: 1x to 20x : | Range rings distance |
Zoom center: | Short FIX |
Zoom range: | Ignore DUPE |
On screen strip: | Altitude ALERT |

Navdata labels Font | Mouse AREA Range |
Mouse AREA include TRAFFIC | |
Aircraft labels Font | Background colored |
Background color filled | |
OS Strip background filled | |
QDM labels Font | Lock type |
PSR Callsign on ground: Display callsign label when on ground, YES/NO : |

Auto accept transfer |
Frequencies |
Release message |
Transfer message |
Clear labels on Release |

T Intercept Distance | Traffic vector spaced |
T Intercept Angle | Time spaced vector |
T Base Leg Distance | Space spaced vector |
Runway center line | Traffic vectors only assumed |

Equipped |
Ignore Conflicts Below |
Vertical Separation |
Horizontal Separation |

Speed |
Altitude |

Description |
Low |
High |
Next |
Departure |
Destination |
ADD SERIE |

Mouse cursor | Show hint |
Mouse cursor visible | Save profile on exit |
Overlay mouse | Focus combox |
Overlay mouse visible | Autohide route |
High processor usage | Popup menu Transparency |
MAIN RADAR SCREEN

– ATIS weerinformatie (links)
– met daaronder A (-B-C-D-….)
– de klok (UTC-time hh:mm:ss)
De informatieregel (rechts) bevat (relatief t.o.v. het Centerpoint)
Distance 0.3 nm | Track & Reverse 83o/263o | Zoom factor: z 344x |
| Latitude: N 051o 27′ 04″ | Longitude: E 005o 22′ 59″
AANPASSEN VAN DE INFORMATIEREGELS
[1] Je kan deze informatieregels verplaatsen met linker muis en/of dubbelklikken om de grootte van de karakters aan te passen.
[2] Met slepen en scrollen plaats je de airport op dit Main Radar Screen naar wens.
[3] Alle actieve instellingen of keuzes verschijnen als heldere witte tekst.
[4] Het instellen van de diverse kleuren en vastleggen van de gekozen profielinstellingen doe je in PROFILE resp. in PVD.
LAST REVISION 15-4-2022